|
АлстАлст (нидерл. Aalst, фр. Alost), город и коммуна, в провинции Восточная Фландрия. Коммуна остоит из собственно города и посёлков Бардегем, Эрембодегем, Гейзегем, Хердерсем, Хофстаде, Мелдерт, Морсел, Ниуверкеркен-Алст. Расположен на реке Дандр. Впервые А. упоминается в документах IX века как загородный дом аббатства Лобб. В Средние века он имел большое стратегическое значение, находясь на переправе через Дандр и на дороге Брюгге — Кёльн. В XI веке город перешёл от Брабанта к Фландрскому графству. В середине XII века началось строительство ратуши, самой старой в Бельгии. Хотя в 1360 город сильно пострадал от пожара, вскоре он был восстановлен и начал богатеть благодаря развитию ткачества. В период Нидерландской революции город сильно пострадал. В ходе Деволюционной войны А. был взят французскими войсками под командованием маршала Тюренна в 1667 и оставался под французской оккупацией до 1706. Французские власти способствовали развитию ткацкой промышленности. Начавшаяся в XIX веке промышленная революция вызвала в Алсте много проблем и сделала его одним из центров рабочего движения в стране. Основой экономики А. является производство текстиля и машин для его производства, а также выращивание хмеля и пивоварение.
Aalst (Frans: Alost) is een stad in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. De stad telt iets meer dan 80.000 inwoners (2010), die Aalstenaars worden genoemd. Sint-Maarten is de patroonheilige van de stad. Aalst is gelegen aan de rivier de Dender, waarin in de deelgemeente Hofstade deMolenbeek-Ter Erpenbeek uitmondt. Aalst is het meest bekend om zijn jaarlijks carnaval en zijn carnavaleske vete met de stad Dendermonde over de rechten op het Ros Beiaard en ook wel om zijn 'Zwarte Man', het standbeeld van Dirk Martens in het midden van de Grote Markt. Dirk Martens drukte het eerste boek met losse letters in de Nederlanden; hij was bevriend met Erasmus. Een al even beroemde telg is de romanschrijver Louis Paul Boon. Aalst maakte in het begin van de 20e eeuw ook een stukje van de Belgische politieke geschiedenis met als centrale figuur priester Adolf Daens (broer van Pieter Daens), over wie Louis Paul Boon overigens zijn beroemdste boek "Pieter Daens of hoe in de 19e eeuw de arbeiders van Aalst vochten tegen armoede en onrecht" (1971) schreef. Het belichaamt de sociale geschiedenis van een stad, streek, volk en tijdperk. Aalst dankte vroeger zijn welvaart onder andere aan de hopteelt. De kathedraal van Amiens was het voorbeeld voor de Aalsterse Sint-Martinuskerk, die echter niet werd afgebouwd. Het oorspronkelijk belfort van Aalst stamt uit de 13e eeuw. Het huidige belfort is grotendeels uit de 15e eeuw. De precieze ontstaansperiode van Aalst is onbekend, maar men vermoedt dat de stad nog voor het jaar 1000 gesticht is. Wel is zeker dat Aalst ontstaan is op het eiland "Chipka", een eiland in de Dender. Vanaf de Frankische tijd lag het graafschap Aalst in de Brabantgouw. Nadat het deel van deze gouw tussen Schelde en Dender in de 11e eeuw veroverd werd door de (Franse) graven van Vlaanderen kon het Land van Aalst toch nog een eeuw van een zekere zelfstandigheid binnen Rijks-Vlaanderen genieten. De hertogen van Brabant-Lotharingen probeerden nog twee eeuwen de fictie van hun opperleenrecht over Aalst te doen gelden. De wapenkleuren van de stad Aalst bevatten nog altijd die van Lotharingen: wit en rood. Kerkelijk ressorteerde de stad Aalst overigens eerst nog onder het aartsdiakenaat Brabant, en later onder het aartsdiakenaat Brussel van het bisdom Kamerijk. Na de herindeling van de bisdommen in de 16e eeuw hoorde het dan bij het (aarts) bisdom Mechelen. Aalst lag strategisch op de handelsweg Brugge-Keulen, ter hoogte van de Brabants-Vlaamse grens. De Bourgondische eenmaking maakte een einde aan de militaire grenssituatie. Baardegem en Meldert lagen tot 1795 in de Vrijheid van Asse, in het Hertogdom Brabant. Het wapenschild van Aalst is een ontwerp van de zilversmid Nicolaas Colijn. Hij ontwierp het in 1394 als stadszegel voor poorterszaken voor de stad. Het wapenschild toont in het midden een zwaard; het symboliseert de autonome rechtsmacht en militaire weerstand van de stad. Als symbool voor de horigheid aan de Duitse keizer en de Graaf van Vlaanderen staan respectievelijk de Duitse adelaar en de Vlaamse Leeuw ook afgebeeld. De spotnaam voor de Aalstenaars is over heel Vlaanderen bekend. Eigenlijk kan men zelfs amper nog van een spotnaam spreken, want het woord ajuin (in het Aalsters dialect: ajoin) is zowat uitgegroeid tot een alomtegenwoordige aanduiding voor een inwoner van Aalst. Het meest afdoende bewijs dat de Aalstenaars zich nooit veel stoorden aan de spot van de Dendermondenaars is wel het feit dat zij aan zelfspot zijn gaan doen, dat zij hun spotnaam als een plezierig sieraad zijn gaan beschouwen en er ook fier op zijn. Dit bleek bijvoorbeeld reeds uit een optocht in 1890, waarin ze de stad als een ajuin afbeeldden. De oorsprong van de spotnaam "ajuinen" ligt in de 19e eeuw, toen in Aalst en omstreken de uienteelt enorm floreerde. Naast de grote hopmarkt bestond er vroeger te Aalst ook een vermaarde uienmarkt. Aalst is gelegen in de Denderstreek. Het centrum van Aalst ligt grotendeels in het dal van de Dender, op een hoogte van ongeveer 10 meter boven zeeniveau. Van de Dender richting Grote Markt stijgt het niveau ongeveer 12 meter. Het hoogste punt van Aalst ligt halverwege tussen Aalst-centrum en de deelgemeente Herdersem, op 30 meter boven zeeniveau. Ten oosten, zuidoosten, zuiden en zuidwesten van de stad Aalst bevindt men zich al snel tussen de heuvels. Ten oosten van Aalst is dit het Pajottenland, met toppen die bijna 100 meter hoogte halen. Ten zuiden en ten zuidwesten zijn dit de 'voorheuvels' van de Vlaamse Ardennen, dit met toppen tussen 60 en 85 meter hoogte. Geografisch gezien ligt Aalst in het centrum van België, ongeveer halverwege tussen Gent en Brussel. Naast Aalst zelf bestaat de fusiegemeente nog uit de deelgemeenten Baardegem, Erembodegem, Gijzegem, Herdersem, Hofstade, Meldert, Moorsel enNieuwerkerken.
Natuur
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1976 behaalde de CVP 34,6 % van de geldig uitgebrachte stemmen, in 2000 was dit nog maar 21 %. Het SP-stemmenpercentage was 21 % in 1976 en 20,9 % in 2000. De PVV evolueerde van 24,1 % in 1976 naar 30,7 % voor de VLD in 2000. De VU haalde 16,8 % in 1976 en 6,9 % in 2000. De KPB had 2,7 % van de meetellende neergelegde stemmen in 1976. In 2000 had Vlaams Blok 13,9 % en Agalev 6,7 %. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 was Vlaams Belang de grootste partij, met 22,8 % van de stemmen, gevolgd door CD&V/N-VA, met 21,3 %, en sp.a/spirit, met 19,3 %. De VLD behaalde 18,5 % van de stemmen, en de scheurlijst Blauw, van uittredend burgemeester Annie De Maght, 11,6 %. Aalst kent
vele kerken: in het stadscentrum bevinden zich
de Sint-Martinuskerk en de Sint-Jozefskerk. Buiten het
centrum zijn er in Aalst zelf (deelgemeenten buiten beschouwing
gelaten) onder andere nog de Heilig-Hartkerk (1928) en de
Onze-Lieve-Vrouw-van-Bijstandkerk; kerk van Mijlbeek (1902). Andere bezienswaardigheden zijn:
Aalst
heeft twee sportploegen die op het toneel van de eerste klasse
acteren of acteerden: basketbalclub Okapi Aalstar (nu
eerste klasse Ethias League) en voetbalclub Eendracht
Aalst (momenteel in tweede klasse). Okapi Aalstar speelt
in het Generali Forum, terwijl Eendracht Aalst zijn wedstrijden
in het Pierre Cornelisstadion afwerkt. Verder spelen de
clubs VJ Baardegem, FC Doggen Erembodegem, SK
Erembodegem, KRC Gijzegem-Aalst, SK Herdersem, KSC
Wilskracht Hofstade, Verbroedering Meldert, KSC De
Schroevers Moorsel, KVC Eendracht Nieuwerkerken en SK
Terjoden-Welle ook nog in "groot Aalst". Doorheen de stad loopt onder meer de fietsroute Denderende steden. Evenementen
Dirk Martens (ca. 1446-1534), invoerder van de boekdrukkunst in de Zuidelijke Nederlanden
|
Loading
|